Zelfstandige rijinstructeurs mogen opnieuw les geven tegen betaling. De Raad van State heeft de bepaling uit het KB van 4 december 2013 dat dit verhinderde op 20 mei geschorst.
Door dat KB werden de rijopleidingen in ons land grondig hervormd. Sinds 3 februari 2014 kon iemand die zijn rijbewijs B wilde halen alleen nog terecht bij een erkende rijschool of een gebrevetteerd rijinstructeur in dienst van een vzw. Zelfstandige rijinstructeurs vielen uit de boot en mochten niet langer rijles aanbieden tegen betaling. Met dit systeem wilde de federale regering zwartwerk en oneerlijke concurrentie met erkende rijscholen aanpakken.
Maar een aantal zelfstandige rijinstructeurs sprak van discriminatie en trok naar de Raad van State. Die geeft hen nu gelijk. De Raad oordeelt in zijn arrest 227.479 dat het nieuwe systeem een ‘ernstig moreel en financieel moeilijk te herstellen nadeel’ creëert voor de betrokkenen.
De Raad schuift onder meer het gebrek aan overgangsbepalingen naar voor. Het bestreden bepaling heeft immers tot gevolg dat de zelfstandige rijinstructeurs van de ene dag op de andere hun rijlessen tegen betaling moeten stopzetten. En hoewel ze die activiteit nog kunnen uitoefenen in het kader van een aannemingsovereenkomst met een rijschool, in dienst van een vzw of door zelf een rijschool op te richten, kan van hen niet verwacht worden dat ze dit onmiddellijk kunnen realiseren.
De Raad van State schorst meer concreet de tenuitvoerlegging van artikel 4 van het KB van 4 december 2013 in zoverre het artikel 7 van het KB van 10 juli 2006 vervangt, maar evenwel beperkt tot het eerste lid van dit nieuwe artikel 7.
Bron: RvS 227.479 van 20 mei 2014